Dag 21 Clackamas – Aberdeen (WA)

Woensdag 30 juli

Net als gisteren ontbijten Ger en ik samen en nemen we ontbijt mee voor Joyce die haar bed niet uit te branden is. Gisteravond hebben we onze plannen voor de komende dagen besproken. Over twee dagen worden we in ons hotel in Forks verwacht. Eigenlijk waren we van plan vandaag naar Mount St.Helens te gaan maar daar hebben twee van ons drieën eigenlijk geen zin in. Het is zwaar bewolkt dus we zullen waarschijnlijk niet veel zien. Om dan 50 miles heen en 50 miles terug te rijden naar het visitorcenter trekt ons niet echt. Gisteravond heeft een man ons het advies te geven om richting kust te gaan, dit omdat we aangaven dat we van leuke kleine plaatsjes houden. Dan is de kust de beste keus volgens hem. Dat advies gaan we dus maar opvolgen. Het weer is weliswaar niet zo goed maar we gaan toch niet zwemmen.

We rijden nogmaals door Portland. Wat ons deze vakantie trouwens opvalt is dat er ontzettend hard gereden wordt in het noorden. Veel mensen rijden hier minstens 15 miles harder dan toegestaan en de vrachtwagens scheuren je voorbij, ook op de bergweggetjes. Volgens ons was dat in het zuiden veel minder.
Bij Kelso slaan we af naar het westen. We rijden langs de Columbia River. De lucht is bewolkt en dreigend, dat belooft wat.Het begin van de route is mooi, leuk gekleurde huisjes, allemaal kleine RV parkjes, veel groen en heel veel kerkjes van allerlei verschillende stromingen.
We maken een kleine omweg naar Grays River Covered Bridge. Dit is de laatste covered bridge in Washington die nog door het publiek gebruikt wordt. Deze bruggen zijn meestal van hout met dichte wanden en een dak erop. In het plaatsje Gray River zien we ook een paar schattige huisjes, een Ierse pub en een restaurantje met een houten boot in de tuin.

Inmiddels zijn we weggereden van de donkere wolken en zien zowaar een stukje blauwe lucht verschijnen. Dit stukje vinden we leuker dan het stukje vanaf Portland, veel afwisselender en gezelliger. Wat dat betreft kon Oregon ons, op de omgeving van Bend na, niet zo heel erg bekoren.
Maar dit kustgedeelte is wel leuk, we genieten van al die grappige huisjes met aparte teksten. In het “Sleepy Hollow” motel gaan we maar niet slapen. Bij Naselle tanken we. In dit kleine tankstationnetje hebben ze werkelijk van alles; pizza’s, burrito’s, kippepootjes, noem het maar op. Joyce heeft honger dus Ger en zij nemen een pizza. Ik probeer een burrito, maar dat is geen succes. Na twee happen gaat hij de vuilnisbak in.
Heel de plaatselijk bevolking komt hier zo te zien. Er hangt een prikbord met allerlei advertenties en aankondigingen. Maar van de opgeprikte foto’s wordt ik een beetje misselijk. Ze houden er hier bloederige hobby’s op na getuige de afgehakte hertenkoppen waarmee ze trots poseren. Naast het pompstation ligt nog een piepklein motelletje met maar één kamer en er zit nog een restaurantje in ook.

We slaan af naar de 401 South voor een rondje langs het water. We rijden door Chinook, een leuk plaatsje met allemaal gekleurde houten huisjes. Na Ilwako blijven we de 101 volgen. Het stuk naar South Bend is een beetje saai, alleen maar bossen. Je ziet maar heel af en toe een glimpje water. We vallen alle drie zowat in slaap.
In Raymond zoeken we een hotel maar we kunnen niet echt iets vinden. Het plaatsje stelt niet echt veel voor. We rijden maar door naar Aberdeen en vinden hier het Olympic Inn Motel, Het ligt niet echt mooi, aan de doorgaande weg, maar de kamer is ruim en de prijs is laag. We boeken direct voor twee nachten omdat we pas vrijdag in Forks moeten zijn en tussen hier en Forks zijn waarschijnlijk geen motelkamers meer te vinden op zo’n korte termijn. Ik heb gisteren nog geprobeerd om via internet een extra nacht te boeken in Forks maar alles zat stampvol in die omgeving.
We eten brood op de kamer en Ger gaat nog even hardlopen. Daarna lopen we nog even naar de Safeway voor wat drank. Morgen gaan we lekker uitslapen. Dat heeft Joyce wel een keertje verdiend.